Vijf tips voor een lagere ammoniakemissie
Ruw eiwitniveau, jongveebezetting, keuze van voedermiddelen, levensduur en de ruwvoerteelt zijn knoppen waar je als melkveehouder aan kunt draaien om de ammoniakemissie op jouw bedrijf te verlagen. Waarom, hoe en wat? Daar legt Niek Konijn je graag meer over uit in dit artikel vol praktische tips.
“Ammoniak is de vervluchtiging van stikstof uit jouw drijfmest. In urine zit stikstof in de vorm van ureum. In de mest van de koe zit urease. Dit enzym zet de ureumstikstof uit urine om naar ammonium. Gasvormige ammonium vervluchtigt, naar wat wij ammoniak noemen”, legt Niek Konijn uit. Als bedrijfsbegeleider bij Netwerk Praktijkbedrijven heeft hij de ambitie om samen met honderd andere melkveehouders de ammoniak- en methaanuitstoot met 30% te verlagen. En daarmee zijn ze al een flink eind op weg. “De absolute ammoniakuitstoot is op onze deelnemende bedrijven gemiddeld 19% gedaald, en dan met 5% groei in GVE’s”, deelt Niek enthousiast.
Managementmaatregelen voor een lagere ammoniakemissie
Met deze vijf stappen kun jij als melkveehouder ook zelf aan de slag om de ammoniakemissie op jouw bedrijf te verlagen:
Stap 1. Kijk waar je staat
Pak je KringloopWijzer erbij, daar vind je jouw emissiecijfers. Tip: gebruik de StartpuntChecker van het netwerk en vergelijk jouw bedrijf met de onderzoeks- en demobedrijven.
Stap 2. Streef naar een ruw eiwit/VEM-verhouding van 150
Door een rantsoen van 150 gram totaal ruw eiwit per kg drogestof aan te houden, kun je al flinke stappen zetten voor een lagere ammoniakemissie. Daarbij is de basis wel altijd een gezonde koe, dus blijf hier kritisch op. Daarnaast is het aan te raden de energiedichtheid van het rantsoen te verhogen, dus een lager ruw eiwitgehalte, maar een hogere VEM. “Er is altijd een bepaalde hoeveelheid energie nodig om het eiwit te benutten. Dus een hoge VEM is een heel belangrijke randvoorwaarde om een scherp eiwitniveau te kunnen voeren”, weet Niek Konijn.
Stap 3. Verlaag de jongveebezetting, verhoog de levensduur
Bij een langere levensduur van de koeien is er minder jongvee nodig. Minder dieren verlaagt al direct de ammoniakemissie. “Binnen het netwerk werken we toe naar minder dan vijf stuks jongvee per tien melkkoeien”, aldus Niek.
Stap 4. Kijk naar de EF van jouw rantsoen
Elk voer kent een eigen EF, de emissiefactor. Hier zit veel verschil in als je kijkt naar losse grondstoffen, krachtvoer en bijproducten. Kijk, eventueel samen met je voeradviseur, eens kritisch naar de EF-factoren van jouw melkveerantsoen. Wat valt daar nog te halen?
Stap 5. Kijk kritisch naar jouw ruwvoerteelt
Beweiding is al een hele mooie manier om ammoniakemissie te verlagen, omdat mest en urine minder met elkaar in contact komen. Maar ook in de ruwvoerteelt zelf valt er nog veel te leren over ammoniak. “Zorg voor een OEB, de onbestendige eiwit balans, die past bij jouw basisrantsoen. Het liefst willen we zo min mogelijk OEB in ruwvoer, want dat is de basis om eiwit scherp te benutten. Een laag ruweiwitgehalte en een droge graskuil van wel 45 tot 55 procent heeft de gunstigste OEB/DVE-verhouding”, geeft Niek aan. Al is hierbij de praktijk ook leidend. “Kijk tot hoe ver jij een droge kuil kunt managen, want dit moet niet ten koste gaan van het inkuilresultaat, anders ben je de winst al weer kwijt.”
Reacties